Maak ook een onderscheid tussen privé- en professionele sfeer. Persoonlijk gebruik ik Facebook alleen voor privécontacten en word ik geen “vriend” met mensen die ik alleen professioneel ken. Die mogen me wel linken op LinkedIn. Natuurlijk kan ik dat onderscheid niet altijd honderd procent volhouden, maar het helpt me wel om privé en werk zoveel mogelijk te scheiden. Bestudeer ook de privacy-instellingen van het sociale netwerk dat je gebruikt. Bij Facebook staan die standaard veel te los ingesteld. Zet de instellingen voor Delen minstens op “Vrienden van vrienden”. “Alleen vrienden” is nog beter. En als je helemaal zeker wil spelen, stel je de “Aangepaste” instellingen allemaal individueel naar wens in. Open ook de instellingen “Contact maken op Facebook” en stel die zo beperkt mogelijk in. Bij LinkedIn vind je de privacy-instellingen onder “Settings”. Hier bepaal je onder andere of je contacten jouw contactenlijst mogen bekijken en hoe jouw profiel eruit ziet wanneer anonieme gebruikers het opvragen.
Facebook privacy-instellingen (© ; licentie: )
Zorg ten slotte voor een zo sterk mogelijk wachtwoord en deel dat met niemand. Verander het regelmatig, hoe lastig dit ook is. Die veranderingen hoeven niet groot te zijn; een leesteken of een cijfer wijzigen in een voor jou gemakkelijk te onthouden wachtwoord, volstaat vaak al. Log ook altijd uit als je je sociale netwerk op een vreemde of onbewaakte computer gebruikt. Zet een pincode op je smartphone indien je die gebruikt om updates te publiceren. En installeer beveiligingssoftware die je beschermt tegen phishing en identiteitsdiefstal. Als iemand jouw virtuele identiteit steelt en misbruikt, kan dat immers ernstige gevolgen hebben. Niet alleen voor jouw reputatie, maar ook financieel en zelfs juridisch.
