Home Achtergrond

Configuratieprotocols 3: DHCP

0
103
Dit artikel is deel 31 van 35 in het DiskIdee dossier Netwerken ontsluierd (cursus)
DossiernavigatieConfiguratieprotocols 2Configuratieprotocols 4 – DNS (3 – BIND)

In het vorige deel bekeken we hoe een netwerksysteem automatisch geconfigureerd kan worden met RARP en BOOTP. In dit deel behandelen we het meest gesofisticeerde configuratieprotocol: DHCP.
netwerken

DHCP

DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol – RFC 2131

Als je een nieuw netwerksysteem moet configureren om deel uit te gaan maken van een tcp/ip-netwerk, dan heb je wat werk voor de boeg. Je moet immers zorgen dat het systeem een ip-adres toegewezen krijgt, dat het weet welke zijn lokale gateway of router is en van welke DNS-server het gebruik moet maken voor de vertaling van domeinnamen naar ip-adressen. In deel 28 deden we dat met een manuele of statische configuratie. In deel 29 bekeken we de mogelijkheden om dat automatisch te doen. Een eerste poging heet RARP en daarmee kunnen we automatisch een ip-adres toewijzen, maar alleen binnen eenzelfde netwerksegment en alleen het ip-adres, geen andere instellingen. De opvolger heet BOOTP en die moest al die nadelen opheffen. BOOTP maakt gebruik van tcp/ip (of udp/ip) en stuurt een ip-broadcast genaamd BOOTPREQUEST via poort 67 naar buiten. De BOOTP-server vangt dit op en reageert daarop met een BOOTPREPLY via poort 68. Dat gaat overigens via een BOOTP-relay als de client en de server zich niet in hetzelfde netwerk bevinden. Naast de configuratiegegevens ip-adres, standaardgateway en dns-server kunnen nog meer instellingen en zelfs een compleet configuratiebestand (via tftp) doorgespeeld worden. BOOTP heeft een aantal nadelen die allemaal te maken hebben met hoe flexibel het protocol inzetbaar is. Voortbouwend op BOOTP heeft men daarom DHCP ontworpen dat is dus nu aan de beurt.

DHCP
De naam ‘bootstrap protocol’ (BOOTP) sloeg eigenlijk meer op het pure starten van het tcp/ip-systeem. Met een grotere flexibiliteit kun je echter veel meer doen en dat vereist dus een nieuwe naam. DHCP staat voor ‘Dynamic Host Configuration Protocol’ ofwel ‘dynamisch netwerkstationconfiguratieprotocol’. Da’s een hele mondvol. DHCP kan letterlijk alles wat BOOTP kan (het is dus volledig terugwaarts compatibel), maar doet daar nog heel wat bovenop. De belangrijkste verschillen hebben te maken met het beheer van ip-adressen en het verstrekken van extra diensten. Zo is een DHCP-server heel flexibel in het afhandelen van ip-adressen en met name die met een tijdelijk karakter, hij kan ook niet-gebruikte adressen recupereren en nog veel meer: dat is heel handig voor mobiele werkstations.