Deel 1: Dynamische luidsprekers

10
528

 

vooraan exact tegengesteld zijn aan de geluidsgolven achteraan de luidspreker. Als die elkaar raken, heffen ze elkaar op. Zoiets heet een akoestische kortsluiting. Omdat zo’n akoestische kortsluiting nefaste effecten heeft op de geluidsweergave, moeten we die bekampen. De meest praktische en populaire methode om akoestische kortsluiting te vermijden is, de luidspreker in een kast of behuizing inbouwen. De voorkant van de luidspreker kan vrij de ruimte in geluid uitstralen, maar zijn achterkant zit in een houten behuizing opgesloten en dus kan dat geluid de voorkant niet meer bereiken en dus ook geen akoestische kortsluiting meer veroorzaken. Het probleem van hout is, dat het gaat meetrillen met het geluid. Dat ‘kleurt’ de klank en dat willen we niet, want dat is een vervorming van hoe het zou moeten klinken. Dik hout helpt: want hoe dikker het is, hoe minder het meetrilt. De kast volproppen met absorberend materiaal zoals glaswol helpt ook: dat heet dempen. Het nadeel hiervan is, dat dit de beweging van de conus afremt bij elke beweging naar binnen de kast omdat dan de lucht in de kast samengedrukt wordt. Daar bestaan oplossingen voor, maar dat omvat een ander ontwerp van luidsprekerkast.

SOORTEN LUIDSPREKERKASTEN

1. De gesloten kast

De luidsprekers zitten met hun achterzijde volledig in een luchtdichte kast opgesloten, die bovendien gedempt is. Het geluid dat de achterzijde van een luidspreker verlaat, kan dus nergens heen. In principe geeft de gesloten kast het meest natuurlijk klinkende geluid van alle kastsoorten, maar de kwaliteit van de basweergave is rechtstreeks afhankelijk van de omvang van de kast. Hoe groter de kast en hoe groter de woofer, hoe beter de basweergave. Je kunt ook wel diepe bassen weergeven met kleinere woofers, maar dan moeten ze een grotere uitslag maken en moet het conusmateriaal dus veel stijver zijn, wat weer meer massa en vervorming met zich meebrengt.
Omdat de beweging van de conus geremd wordt door de opgesloten lucht in de kas en de demping binnenin, is een goede basweergave bij kleine kasten vrijwel uitgesloten. Dat neemt niet weg dat er over de jaren heen soms toch wel vrij kleine gesloten kasten op de markt gekomen zijn met een vrij indrukwekkende bas. De B&W DM12 is er zo eentje. Een versterker moet trouwens ook veel harder werken om de remmende werking van een gesloten kast te overwinnen.

2. De basreflexkast

Een voor de hand liggende oplossing voor de remmende werking van een gesloten kast, is natuurlijk om een opening in de kast te maken. Dan kan de lucht eruit en is er dus geen remmende werking meer. We moeten dan wel weer oppassen voor akoestische kortsluiting. Een basreflexkast maakt gebruik van een baspijp in de kast: een ronde buis in de kast die uitmondt in een ronde opening aan de buitenkant. Die baspoort zit meestal vooraan of achteraan de luidsprekerkast, maar zou in principe ook onderaan of bovenaan of in een van de zijwanden mogen zitten. De lengte van de buis en de diameter ervan bepaalt bij welke frequentie er een luchtstoot door de buis naar buiten komt. Voor vloerstaande luidsprekerkasten berekent men de lengte en diameter van de pijp zo, dat de luchtstoot op of onder 40 Hz gebeurt. Bij kleinere luidsprekers die op statiefjes geplaatst moeten worden (de zogenaamde bookshelfs of monitorluidsprekers), is de baspijp meestal op 60 Hz berekend. Met zo’n basreflexkast kun je zelfs in een vrij kleine kast een indrukwekkende bas laten horen. Als je echter heel lage noten zou laten spelen, zou je merken dat elke toon beneden de baspijpfrequentie in feite die baspijpfrequentie laat horen. Bij een orgelpartij met gebruik van pedalen, zou je telkens dezelfde noot denken te horen

1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vorig artikelCanon gaat voor snelheid
Volgend artikelFilmen met je reflexcamera

10 REACTIES

  1. En wat schrijf je daar nu toch over zo groot mogelijke woofers… Dat is nu eens een typische beginnerfsfout. Als er hier iemand is die zaken verwart is het de auteur van het artikel wel! En trouwens, als iemand hier de moeite doet om op je fouten te wijzen, dat vind ik wel constructief, ja. Degene die beledigt en kleineert ben jij zelf. Met zo’n tekst en zulke reactie op correcties help je niemand verder. 10% vervorming? Daar moet je tegenwoordig al heel erg je best voor doen om zo’n luidsprekers nog te vinden, waarschijnlijk met de breedbandunit die je hier als afbeelding geplaatst hebt. Allez vooruit, nu kun je mij ook nog beledigen zoals die andere commentator, zorg vooral dat je niet op de inhoud ingaat…

  2. En toch heeft hij gelijk… Wie de RF van luidsprekerunits irrelevant durft noemen, zou zich eigenlijk niet mogen bezighouden met schrijven hierover. Je kennis over dit onderwerp is echt te beperkt. Probeer eerst zelf eens te begrijpen hoe de dingen werken vooraleer je je waagt aan een artikel erover. Je doet zeer uit de hoogte tegenover de noodzakelijke correcties die hier gegeven worden. Het is nochtans inderdaad 512, en wind komt hier ook niet bij kijken.

  3. 1. Dus een luidspreker is hetzelfde als met een blad papier wapperen. Hmmm. Ik zie toch wel wat verschillen. Nergens heb je het over de RF van de drivers, toch een zeer opvallende omissie. 2. Dat van die woofer is een grove veralgemening die zeker niet altijd, en zelfs dikwijls niet geldt. Ik ken boekenkastluidsprekers met een woofer van 5 inch die dieper gaan dan een vloerstaander met een woofer van 12 inch. Bovendien zal de weergave in die gevallen dat de geluidsdruk meer is, vatbaarder zijn voor vervorming in een grote kast & woofer. Zondermeer stellen dat een grotere kast & woofer beter zijn is zeer kort door de bocht. De meeste fabrikanten hebben dit trouwens allang ingezien; je vindt nauwelijks nog 12″ woofers. Ook aan de voorbeelden van speakers te zien leef jij nog in de jaren ’70. 3. Tel eens verder i.p.v. “enz.” te schrijven en kijk eens of je dan aan 1024 komt. 4. Ben je hier al lang mee bezig? Ik hoop dat je hier je “day job” niet voor opgegeven hebt… Is dit bedoeld als entertainment of als informatie? In het eerste geval trek ik mijn commentaren terug, maar dan moet je maar niet de schijn van informeren wekken. Het tweede geval lijkt me wel erg onwaarschijnlijk. 5. Whatever, mij zie je hier niet meer terug.

  4. Mogen we dan als jouw definitieve antwoord noteren dat jij denkt dat 100 dB 1024 x zo luid is als 10 dB? Ben je daar zeker van?

  5. 1. Irrelevant.
    2. Geluidsdruk kan ook gegenereerd worden door kleine woofers met een immens diepe uitslag, maar dan ben je geen NOTEN meer aan het weergeven maar zit je puur te pompen. Om zo vervormingsvrij mogelijk lage tonen als noten weer te geven, heb je een grote conus nodig. We praten tenslotte over muziek he, niet over subwoofers voor film.
    3. Je verwart het veschil tussen 10 en 100 dB met een stijging van 100 dB. Het eerste is een stijging van 90 dB en is dus 512 maal luider. Het tweede is wel degelijk 1024 maal luider.
    4. Ja en informatie. Als je niet in staat bent tot opbouwende kritiek maar liever beledigend wordt, zijn wij je ook liever kwijt dan rijk.

  6. Vlakbij de conus van een woofer voel je wel degelijk wind tegen je gezicht. Wapper maar eens met je hand of een blad papier van en naar je gezicht toe. Dan voel je toch ook wind? Dat is precies hetzelfde.
    Wat de basweergave betreft: hoe groter de kast en hoe groter de woofer geldt alleen maar als dat binnen de afmetingen van de kamer en de akoestiek daarvan past. Er is ook zoiets als te groot. Maar de ‘bottom line’ is dat een grotere woofer meer geluidsdruk kan genereren bij lage tonen. En om niet gedempt te worden, heeft hij dan ook een grote kast nodig. Een methode om met een kleinere kast te kunnen werken, is het poortsysteem.
    Een stijging van 10 dB is tweemaal zo luid, een stijging van 20 dB is viermaal zo luid, een stijging van 30 dB is achtmaal zo luid, enz.

  7. OK, omdat je het zo vriendelijk vraagt nog eentje: "Hoe groter de kast en hoe groter de woofer, hoe beter de basweergave." Leg dat eens uit.
    Dat van die wind klopt trouwens ook al niet.
    Ben ik nu beleefd geweest?

  8. Er staan allerlei fouten in dit artikel. Eén van de pijnlijkste is toch wel deze van de decibels, waar de auteur beweert dat 100 dB tweemaal zo luid is als 10 dB. Dat is een kanjer van een blunder, 100 dB is tweemaal zo luid als 90 dB. De oorsprong van deze fout wordt duidelijk als je even kijkt op wikipedia waar de uitleg over decibel weliswaar correct is, maar voor de leek tot deze verwarring kan leiden omdat het artikel daar knullig geschreven is. De auteur weet uit zichzelf niet genoeg van dit onderwerp af en heeft snel hier en daar wat info bijeengesprokkeld zonder echt te weten waarover hij schrijft. Dit soort dingen zouden basiskennis moeten zijn voor iemand die de pretentie heeft een "cursus" voor anderen te schrijven.

  9. Je reactie is behoorlijk kleinerend en op het onbeleefde af, Paretopano. De uitleg over dB bevatte inderdaad een fout, opgetreden vanwege een vergissing bij het begrip logaritmisch. Dat is nu rechtgezet. Er is trouwens nog een verschil in dB-interpretatie bij geluidsdruk, luidheidservaring en zo. Hier hanteren we de luidheidservaring die zegt dat mensen een stijging van 10 dB als tweemaal zo luid ervaren.
    Als je andere fouten gevonden hebt, waarom vermeld je ze dan niet? Zo lijkt je reactie gewoon op moddergooien. Ik heb mijn aritkel even nagelezen en het enige waarover je zou kunnen vallen is het begrip "lucht in beweging brengen" of "lucht verplaatsen". Ik heb een zin toegevoegd om te verduidelijken dat dit over lucht doen trillen gaat. Dat neemt overigens niet weg, dat je wel degelijk luchtverplaatsingen (wind!) kunt voelen als je je hand of je gezicht voor een woofer of een basreflexpoort houdt. Maar op je luisterplaats natuurlijk niet meer, want dan blijven alleen de trillingen en daaruit voortvloeiende geluidsgolven over en is er geen beweging van lucht in de zin van wind.

  10.  
    Zeldzame uiteenzetting, indrukwekkend glashelder, geraffineerd eenvoudig.
    Een verplicht werkinstrument voorafgaand ,voor elkeen die een nieuwe hifi investering op het oog heeft.
     
     

Reacties zijn gesloten.