Versterkers: hoe werken ze (2)?

0
334

er geen doorsnijding is is de uitgang nul. Daardoor krijg je een blokgolf (afwisselend maximum en nul) waarvan de golflengte varieert met de amplitude van het oorspronkelijke ingangssignaal. Om een voldoende betrouwbare bemonstering te krijgen, kiezen we de frequentie van de zaagtand vrij hoog.

Werking pulsbreedtemodulatie
Creatie van een pulsbreedtemodulatie met behulp van een zaagtandsignaal

De uitgangsblokgolf is langer ‘aan’ als de amplitude het ingangssignaal stijgend was, en langer ‘uit’ als die dalend was. De breedte van de puls varieert dus met de amplitude van het ingangssignaal: pulsbreedtemodulatie. We hebben nu een blokgolf die tientallen Volt ‘aan’ is of ‘uit’. Door een laagdoorlaatfilter in het uitgangspad op te nemen, halen we alle hoogfrequente schakelemissies uit het signaal en alleen wat overblijft gaat naar de luidsprekers. Er vindt dus geen versterking plaats, alleen een krachtige voeding waarvan de uitgangsspanning gemoduleerd wordt met het ingangssignaal. Vandaar ook de hoge efficiëntie en dus de geringe warmteontwikkeling.

Hoe klinkt het?
Omdat er een hoge efficiëntie is en de componenten zich eigenlijk vrij weinig ‘moeite’ moeten doen, heeft een klasse D-versterker een ongelooflijk lage vervorming, ook bij extreem moeilijke belastingen. Daardoor klinkt hij als de allerbeste buizenversterkers maar zonder hun nadelen en met een vermogen dat beter kan zijn dan dat van de allerbeste transistorversterker.
Er zijn ooit proeven gedaan met een nauwelijks 50 euro kostend klasse D-versterkertje met een vermogen van 9 Watt en een paar hoogrendemente 4 Ohm luidsprekers (tegen de 100 dB/W/m). In een blinde test haalden verschillende audiojournalisten die eruit als de best klinkende tegenover

1
2
3
4
5
Vorig artikelEenvoudig audiocassettes digitaliseren
Volgend artikelVideo’s eenvoudig digitaliseren